Dienblad Nr. 7

Inleiding – Otto Kroesen

We moeten beginnen met een rectificatie: Per abuis is in het vorige Dienblad vermeld dat Jeroen van Lawick bij MoTiv werkt ‘vanuit de achtergrond van de universiteit van humanistiek’.

Jeroen is Rooms-Katholiek en heeft zijn opleiding tot geestelijk begeleider gevolgd aan het Titus Brandsma Instituut van de Radboud Universiteit Nijmegen.

Jeroen is een van de MoTiv-partners. Daarnaast werkt hij als studieadviseur voor de TU Delft aan de faculteit IO. Hij is Delfts’ ingenieur en geestelijk begeleider.

Dat een dergelijke rectificatie nodig is is zelf teken van de verschillende en verbrokkelde werelden waar wij in leven, zelfs als wij allemaal in de Kerk aan het Noordeinde ons voegen in het ritme van de muziek en onder de zeggenschap van het woord. Wat weten we eigenlijk van elkaar? Toen de kerk nog midden in het dorp stond was er veel sociale controle, maar de mensen kenden elkaar al voordat ze naar de kerk gingen. Dat gaf een basis. Nu zijn wij omgekeerd verrast hoe onbekend wij voor elkaar zijn. Kijk naar het verslag van de gemeentezondag van 4 juni en kijk naar alle losse opmerkingen die uit diverse monden geciteerd zijn: dat zijn wij!

Overigens vond de redactie het niet passend dit verslag ook op de website te plaatsen. Heel het Dienblad staat op de website maar voor het verslag moet je naar beneden scrollen in het mailprogramma.

Wij lijden met de genoemde verbrokkeling en het gebrek aan verbinding aan de ziekte van onze huidige maatschappij en als wij onszelf weten te genezen dragen wij bij aan de genezing van de maatschappij. Het grote verhaal waar wij uit putten moet de kleinere verhalen samenbinden.

Daaraan probeert dus ook dit Dienblad bij te dragen. Van harte aanbevolen!

1. Een veilige Kerk aan het Noordeinde – Hans Breugem

Hans Breugem verschaft ons een inleiding op het thema van de slotzondag van 25 juli. Wij nemen daarmee deel aan het maatschappelijk debat over grensoverschrijdend gedrag, respect en veiligheid.

2. “Wat je hier hebt heb je zomaar niet ergens anders”: Verslag gemeentezondag 4 juni 2023 – Otto Kroesen

Het verslag is niet alleen van de hand van Otto Kroesen, maar aangevuld en gepreciseerd door enkele mensen uit het bestuur.

3. Noodklok luiden over het klimaat – Anneke Kroesen

Op zaterdag 24 juni om 12.00 uur wordt ook in de Kerk aan het Noordeinde de klok geluid met betrekking tot de noodtoestand van het klimaat. En er zijn meer activiteiten.

4. Wat doet de pastoraatsgroep? – Henriëtte van Harten

In een aantal korte pakkende zinnen legt Henriëtte van Harten namens de pastoraatsgroep uit waar het in hun werk om gaat.

5. Motiv on Campus – Günther Sturms

De rubriek Motiv on Campus houdt ons op de hoogte van de werkzaamheden van MoTiv aan de TU Delft. Telkens vertelt een van de werkers in het veld iets over vorm, inhoud en doel van deze Motiv-presentie aan de TU Delft. Ditmaal Günther Sturms over de acceptatie van het Motiv werk op de TU.

6. Wierook en pepermunt – Mechteld van Doorninck

Is de kindernevendienst een loopplank de kerk in of een loopplank de kerk uit? Mechteld heeft er een mening over en nodigt anderen uit er ook een mening over te hebben.

7. De botsing tussen twee samenlevingen (4) – Otto Kroesen

Dit is de vierde aflevering over het conflict tussen Oost en West in Europa. De Oekraïneoorlog is er de vulkanische uitbarsting van, maar het rommelt wereldwijd. De kerkgeschiedenis is ermee verweven en zelfs de liturgie. Ook dat grote verhaal moet verteld worden om onze kleinere verhalen gericht te houden.  Wie ook de vorige bijdragen nog wil nalezen kan ze vinden op: www.temporavitae.nl

1. Een veilige Kerk aan het Noordeinde

Hans Breugem

Namens het bestuur van de Kerk aan het Noordeinde en Campus.

Een veilige Kerk aan het Noordeinde; wat betekent voor jou een veilige gemeenschap?

Het bestuur heeft in maart en april gesproken over het thema Veilige Gemeenschap. Dit is voor ons als bestuur een belangrijk thema waarover we graag op 25 juni met jullie in gesprek gaan.

Dit thema is voor ons niet nieuw. In 2019 heeft het bestuur een vertrouwenspersoon aangesteld (Bart van der Veer) en we hebben gesproken over de werking en het gebruik van een gedragsprotocol voor belangrijke functionarissen in onze gemeenschap. Ook hebben wij besloten Hans Breugem aan te wijzen als portefeuillehouder Veilige Gemeenschap.

Onlangs deed Bart aan het bestuur als vertrouwenspersoon verslag van zijn werkzaamheden. Op basis van zijn ervaringen en aanbevelingen hebben we nagedacht over wat we als bestuur verder kunnen doen aan de ontwikkeling van onze Veilige Gemeenschap.

Hierover willen wij met elkaar in gesprek gaan op zondag 25 juni aan de Voorstraat. Dit is tevens de laatste zondag van ons kerkelijk jaar die wij dan op bijzondere wijze willen afsluiten.

Ieder gemeentelid heeft uiteraard de verantwoordelijkheid respectvol met anderen om te gaan, te weten wat dat in de praktijk betekent, ook al heb je geen bepaalde functie in onze kerk.

Maar wat is voor jou een veilige gemeenschap, wat hoort daar wel en niet bij. Wat is voor jou grensoverschrijdend gedrag en welke rol kun je zelf vervullen in het signaleren en bespreken daarvan?

Daarvoor is nodig met elkaar in gesprek te gaan, bewustwording ontwikkelen, signaleren en elkaar op aanspreken.

Aan de hand van een aantal voorbeelden discussiëren wij daarover in kleine groepjes.

Het bestuur zal in de toekomst aandacht blijven houden voor dit onderwerp.

3. Noodklok luiden voor het klimaat

Anneke Kroesen

Via Karien Schilder kwam het verzoek binnen om op zaterdag 24 juni om 12.00 uur de Noodklok voor het klimaat te luiden. Deze actie wordt gecoördineerd door de ‘Grootouders voor het klimaat’ (www.grootoudersvoorhetklimaat.nl ) Dit is een landelijke actie van deze bezorgde grootouders.

De plaatselijke grootouders voor het klimaat nemen ook deel aan een maandelijks klimaatalarm in Delft: als op de eerste maandag om 12.00 uur het algemeen noodalarm afgaat, zakken zij naar de grond op de Markt en blijven voor dood liggen totdat het alarm voorbij is. Mogelijk is deze groep ook op 24 juni op de Markt.

De Kerk aan het Noordeinde zal gehoor geven aan deze oproep en zaterdag 24 juni om 12.00 uur de klok van de Lutherse Kerk luiden.

De vraag is via Jacobiene ook doorgezet naar de Raad van Kerken. Mogelijk zullen meerdere kerken de noodklok luiden.  Wie zich wil aansluiten bij de Delftse werkgroep ‘Grootouders voor het klimaat’ kan zich aanmelden bij karienschilder@hotmail.com.

4. Wat doet de pastoraatsgroep?

Henriëtte van Harten

De pastoraatsgroep

De wereld van ouderen  en mensen met ziekten wordt kleiner.

Ze verliezen steeds meer familie en vrienden om zich heen.

Hun gezondheid gaat achteruit en ze worden kwetsbaarder.

Soms worden ze afhankelijk van anderen.

Mensen willen gezien en gekend worden.

Ook  jonge mensen die het moeilijk hebben.

Op bezoek gaan bij mensen kan heel verrijkend zijn.

Ze vertellen je dingen over hun leven.

Vaak zijn er interessante gesprekken over een tijdsbeeld.

Je leert mensen die je bezoekt steeds beter kennen.

Soms ben je verbaasd dat mensen zo dapper zijn en zoveel wilskracht hebben.

Ze willen hun eigen regie houden.

Het is ook goed om naar je eigen leven te kijken, te weten wie je bent.

Hoe is je weg in het leven geweest.

Als je bijvoorbeeld zelf een tijd in het ziekenhuis hebt gelegen, weet je hoe fijn het is om kaarten te krijgen.

We zien elkaar in de kerk, maar hoe is het als het wat minder gaat met iemand?

Daarom is het fijn als er iemand van buiten je eigen leefwereld een luisterend oor heeft.

Iemand die geïnteresseerd is in jouw verhaal.

De echte gemeenschap is er op het moment dat je elkaar echt nodig hebt.

We moeten elkaar goed in beeld blijven houden.

Dit zorgt voor verbinding.

5. Motiv on Campus

De rubriek Motiv on Campus houdt ons op de hoogte van de werkzaamheden van MoTiv aan de TU Delft. Telkens vertelt een van de werkers in het veld iets over vorm, inhoud en doel van deze Motiv-presentie aan de TU Delft.

The Show must Go on – maar nu eerst zomervakantie
Günther Sturms

Het einde van dit seizoen is in zicht. Op zondag 25 juni vieren we met elkaar voor de laatste keer voor de zomerstop. Nog één keer samen bidden en zingen. Ook het campus-werk wordt nu rustiger. Tijd om eens te reflecteren op enkele hoogtepunten van afgelopen jaar.

Als eerste kijk ik naar enkele hoogtepunten. Ten eerste is de relatie MoTiv en TU Delft sterk verbeterd. Sinds Covid staat welzijn nog hoger op de academische agenda. We worden inmiddels goed gevonden door de diverse afdelingen van studieadviseurs en psychologen. Bij crises zoals een overlijden worden we nu standaard benaderd. We zitten in het zorgprotocol. Ook studie- en studentenverenigingen weten dit. Zij benaderen ons makkelijker omdat we steeds meer ‘TU zijn’. We zijn onderdeel van de academische gemeenschap.

Een tweede hoogtepunt afgelopen jaar was het diner pensant ‘Care for a new world’. Op 23 maart jl. organiseerden wij deze avond voor 65 studenten. Bestuurders van diverse studenten- en studieverenigingen gingen met ons in gesprek over welzijn. Het werd een prachtige avond. Dit soort gespreksavonden zijn altijd te kort. Je merkt dat het toch helpt om met elkaar een hapje te eten. De sfeer was gemoedelijk en iedereen stond echt ‘aan’. 

Een derde hoogtepunt was het bezoek dat David en ik brachten aan Atlanta. Wij waren daar om een conferentie van Amerikaanse collega’s te bezoeken. Tegelijkertijd was dit ook een goede manier om te investeren in het team, in elkaar. Goede gesprekken met elkaar. We hebben ons verdiept in de slavernijverleden van en de civil rights movement. We bezochten Montgomery en bezochten de plekjes waar Rosa Parks opkwam voor afro-americans. In Atlanta bezochten we verschillende plaatsen waar Martin Luther King heeft gewoond en gewerkt.  Ook z’n laatste rustplaats hebben we bezocht. Ik kan nog wat leren van zijn retoricakunsten.

Eigenlijk waren er zoveel hoogtepunten. Elke ontmoeting met studenten is gewoon bijzonder. Zowel de individuele gesprekken in het kader van (rouw-)coaching of life coaching, maar ook de bezoekjes aan verenigingen. Zo was de debatavond bij Virgiel weer prachtig. Je merkt de inzet en engagement.

Na de zomer gaan we weer aan de slag. Komend jaar hebben we als thema gekozen voor ‘diversiteit en inclusiviteit’.  We gaan onderzoeken hoe we als MoTiv een bijdrage kunnen leveren aan meer diversiteit en inclusie op de campus. Wat zijn onze taken? Wat kunnen wij doen? Het is een mooie uitdaging. Samen met het bestuur voor kerk en campus hebben we dit thema gekozen.

En komend jaar – vanaf februari 2024 – zal ik zelf ook weer in de collegebanken zitten. Na 10 jaar werk is het goed voor een gedegen nascholing. Tijdens dit sabbatsverlof zal ik de Klinische Vorming Pastoraat (KPV) gaan volgen. Deze post-academische opleiding is speciaal bedoeld voor geestelijk verzorgers en pastores om te reflecteren op de eigen professionele context. Kortom: genoeg moois volgend jaar.
Maar nu eerst: zomervakantie. Ik wens jullie allemaal een welverdiende vakantie.

6. Wierook en pepermunt

Mechteld van Doorninck

Met Pinksteren deed dominee Schiethart tijdens de overweging een uitspraak die wellicht controversieel gevonden zou kunnen worden,  maar eigenlijk was ik het wel met hem eens.

Hij sprak over een gesprek met een theoloog, die pleitte voor de aanwezigheid van kinderen in de kerkdienst. Niks aparte kindernevendienst of kinderwoorddienst. Om mij heen hoorde ik tegenstribbelen.

Laat ik vooropstellen dat ik zelf ook een product ben van de kindernevendienst, inclusief gesprekken, knutselen en zelfs bibliodrama. Maar ook ik ben daarna een tijd afgehaakt, tot ik in mijn studententijd ervoer dat dat moment van je terugtrekken uit de dagelijkse ‘sleur’ of ‘routine’ ook houvast gaf. Ongeacht wat je meeneemt of meekrijgt na een kerkbezoek, het geeft rust en regelmaat. Iets waar heel veel mensen behoefte aan hebben.

Dat ik het grotendeels met de stelling van deze theoloog (en David) eens ben, doet natuurlijk niets af aan de kundigheid en passie van de ouders die onze kindernevendienst leiden. Dat moet zeker ook gezegd worden.

Maar, zoals ik in de vorige Wierook en Pepermunt schetste, merk ik dat kinderen wanneer ze altijd apart ‘vieren’, ze geen binding opbouwen met wat er in de kerk gebeurt.

In de orthodoxe en in grote mate ook de katholieke traditie worden kinderen van baby af aan gewoon meegenomen en kijkt niemand ervan op als een ouder even naar buiten loopt of weer binnenkomt.

Want behalve een spiritueel  samenzijn, is het ook sociaal. Zoals David zei, laat ze maar spelen onder de bank tijdens de preek. Ze horen alles, slaan het op hun manier op en je krijgt gespreksopeningen. Is het nu echt zo dat wij ‘volwassenen’ hechten aan stilte en sereniteit als we in de kerk komen? Zitten wij tijdens de collecte (en soms zelfs tijdens de muziek) niet ook te kletsen? Als je altijd apart zit, leer je ook niet hoe je je in een diverse groep moet gedragen, je ziet geen voorbeeld. Je leert niet om rekening te houden met anderen, want die anderen zitten in een andere ruimte met twee deuren ertussen.

Natuurlijk is de kerkdienst ook een moment van bezinning en inkeer, en ik kan me heel goed voorstellen dat het ook voor ouders fijn is om dat onbezorgd mee te kunnen beleven.

Maar als je die sfeer van lezingen, delen en vieren, bidden nooit ervaart of er ervaring mee opdoet, hoe verwachten we dan als geloofsgemeenschap dat jongeren na ‘afronding’ van de jongerendienst nog naar de kerk komen? Ze hebben door het traject van creche, kindernevendienst en jongerendienst een eigen ‘gemeente’ gevormd, die losstaat van de kerkgemeenschap.

Jezus heeft niet voor niets gezegd: laat de kinderen tot mij komen, niemand mag ze hinderen. 

Ik denk dat wij door deze manier van structureren en organiseren een hindernis creëren die we vervolgens niet meer weten te overbruggen waardoor deze groep vervolgens afhaakt.

Omdat ik om me heen ook gesputter hoorde, nodig ik anderen uit om ook te reageren op de woorden van David Schiethart. Ik laat me graag overtuigen.

7. De botsing tussen twee samenlevingen (4)

Otto Kroesen

Het Westen heeft een erg verkort begrip van de fundamenten waar het zelf op gebouwd is. Het liberalisme gaat uit van mensen die in vrijheid een sociaal contract sluiten tot wederzijds voordeel. De mens is een “homo economicus”, calculerend eigenbelang brengt hem tot samenwerking. Dit beeld van de mens heeft grote schade aangericht in de liberalisering van de economie in de Rusland van de 90 er jaren. De schade die het op de lange termijn in het Westen zelf aanricht is mogelijk nog groter.

Civiele samenleving

De samenleving is niet gebouwd op berekenend gedrag, maar op vertrouwen en betrouwbaarheid aan de ene kant en controlerende instituties aan de andere kant. Stap voor stap zijn die opgebouwd, want als je elkaar niet om te beginnen vertrouwt accepteer je ook de checks en balances van de instituties niet. Neem de gilden en steden in de middeleeuwen als voorbeeld: een eed op de wetten van de stad of van het gilde was vereist voor lidmaatschap. Gilden waren ook godsdienstige instellingen, want die betrouwbaarheid en trouw moest telkens expliciet gemaakt worden om ze in te oefenen.

Op hun beurt hebben deze instellingen karakters gevormd. Een nieuw “zelf”, een nieuw menstype, is tot aanzijn gekomen. Hoe zou je anders de kas kunnen laten beheren door iemand die niet van jouw familie was? Civiliteit betekent dit: je behandelt ook niet familieleden alsof het familie is. Wederzijds vertrouwen is niet de enige verworvenheid. Daar komt bij pluriformiteit: je kunt het heel erg oneens zijn en toch waar mogelijk nog samen iets doen. Je kunt kritiek ontvangen en kritiek geven zonder dat de relatie breekt: we zijn allemaal zondaren, dat weten we. Dat zondebesef heeft overigens ook de gevoeligheid voor status drastisch doen afnemen. Door deze verworvenheden worden allerlei problemen opgelost in onderling geven en nemen, zonder dat daar overheidsoptreden aan te pas komt. Dat is niet een natuurlijk gegeven, maar het is een leerproces in samenwerking op steeds grotere schaal die door de Europese Revoluties is gecreëerd. Naast nieuwe rechtsvormen (scheiding der machten, rechtsstaat, representatie) hebben die revoluties tot nieuwe menselijke eigenschappen geleid.

Deze eigenschappen zijn de voorwaarden voor en zij worden ondersteund door instituties als: scheiding van machten, rechtsstaat, persvrijheid, strijd en dialoog in de maatschappij en tussen overheid en maatschappij.

Rusland in de jaren 90

De jaren 90 van de vorige eeuw waren een experiment met liberalisering van de Russische economie zonder de aanwezigheid van een onderliggende civiele samenleving. Men dacht dat het wegnemen van belemmeringen in de vorm van staatsmonopolies genoeg was. De mensen hadden echter geen vertrouwen in elkaar en waren niet betrouwbaar jegens elkaar en alle eigenschappen die een civiele samenleving op basis daarvan kan opbouwen waren evenmin voorhanden. Vroegere directeuren van staatsmonopolies, maffiabazen en KGB agenten wisten zich de vroegere staatsbedrijven toe te eigenen. Om een van de vele trucs te noemen: als een bedrijf geveild werd deed men dat vaak in afgelegen gebieden, zodat concurrenten daar of niet van wisten of niet konden komen. Waardeloze fabrieken werden voor miljoenen verkocht en andersom naargelang het uitkwam. Overboekingen voor verkochte staatsbedrijven werden gedirigeerd naar privérekeningen. Enzovoort. Volgens de redeneringen van de liberale “homo economicus” moest deze chaos van vrije concurrentie vanzelf leiden tot een aantal sterke bedrijven die de concurrentie aan konden, maar men vergat daarbij dat de instituties voor controle om eerlijk spel af te dwingen er ook niet waren. Met behulp van vrienden aan de top is het altijd mogelijk concurrenten met betere producten toch uit te schakelen.

Marshall Goldmann zegt er in een artikel uit de jaren 90 dit van: “This has the potential for social upheaval that could easily undermine the existing regime and open the door to a form of proto-fascism claiming to have the only authority to redress past inequities”, (The Pitfalls of Russian Privatization, Marshall Goldman, in Challenge, 1997, Taylor & Francis). Het zijn profetische woorden. Het is precies dat wat gebeurd is en wat heeft geleid tot de huidige situatie.

Is er dan vanuit Rusland geen verzet daartegen? De Russische oppositie heeft het geprobeerd en is gesmoord. De bevolking van Belarus heeft het geprobeerd en wordt met behulp van Poetin in bedwang gehouden. Er wordt wel gesteld dat eigenlijk Oekraïne een gemeenschappelijke geschiedenis heeft met de Rusland. Oekraïne is altijd grensgebied geweest tussen Oost en West, wat de naam ook betekent. Oekraïne kan ook, zo men wil, beschouwd worden als dat deel van Rusland dat vastbesloten is te breken met de Russische knoet zoals die zich ontwikkeld heeft na de jaren 90. Als Oekraïne daar succesvol in blijkt te zijn gaan meer landen die koers kiezen. Het is altijd weer indrukwekkend het verzet van Oekraïne tegen de Russische koers te zien: alles beter dan dit!

Russificatie volgens Ehrenberg

Het westerse liberalisme heeft geen sensitiviteit voor de onderlaag van civiliteit die het “vrije spel van maatschappelijke krachten” draaglijk maakt en bijstuurt. Hoe kon het dan ook oog hebben voor het voorkomen ontbreken van een civiele maatschappij in de Sovjet-Unie? Maar ook het Westen heeft een probleem, want door louter calculerend met mensen om te gaan verdampt ook in het Westen het vertrouwen in elkaar en in de instituties en verdampen langzaam alle menselijke kwaliteiten die daarmee verbonden zijn. Mensen worden functies in een megamachine en hun verantwoordelijkheid geschonden door protocollen. Het Westen zelf ziet niet hoezeer haar eigen samenleving nog steeds functioneert dankzij wederzijdse verantwoordelijkheid, die niet wordt gecultiveerd. Neoliberalisme en neo-stalinisme gaan beide om met de samenleving middels een totaalcalculatie van maatschappelijke krachten. Morele machten worden door beide samenlevingen buitenspel gezet.

De oplossing die Ehrenberg voorstelt bestaat in wat hij noemt Russificatie. De grammatica van de taal van de liefde, van opdracht en antwoord, van aangesproken zijn en draagvlak creëren, moet zowel in Oost als in West een nieuwe samenleving realiseren. Hij kan dat russificatie noemen omdat het een toepassing is, midden in de maatschappij, van de wederzijdse liefde van de broeders en moeders van de Russische kloosters en kerken. De grammatica van de liefde moet het veld van de harde maatschappij betreden.

In het begin van de 20e eeuw hebben zowel Russische schrijvers en filosofen als westerse (joodse) geleerden het geprobeerd (zie vorige bijdrage). Er ligt hier nog een onbenut reservoir voor Oost en West. Beiden hebben het hard nodig, zowel om intern de vrede te oefenen alsook om in hun grensgebied, in Oekraïne vrede te stichten.