Inleiding – Otto Kroesen
Stel, ze vinden een paar grassprieten op Mars – dan verandert onze hele kijk op Mars. Want, zo is de voorstellingswijze, eigenlijk hebben we alleen maar dode materie en dan gebeurt er in de evolutie iets geks, en dan is er leven. En dat leven wordt dan steeds “hoger”. Maar tegenwoordig weet je het niet meer want met de quantummechanica is alles met alles verbonden en kunnen er ineens gekke dingen gebeuren, “emergent”. Kortom net zo verrassend als het tussen mensen ook gaat. Het lijken volstrekt nieuwe inzichten, maar voor onze oudste voorvaderen was het al een waarheid als een koe. Alles leeft. Wat is dat, leven? Waar verrassende wendingen zijn is leven – is dat een definitie?
Hoe dat ook zij, de verschillende bijdragen aan het Dienblad zijn vol verrassingen en brengen leven in de brouwerij. Renske Oldenboom neemt in september afscheid en dat kon je van tevoren zien aankomen, maar het is toch een grote verandering, voor haar en voor Motiv en voor de Kerk aan het Noordeinde. Het feestelijke afscheid is op 1 september. De lutherse gemeente is opgehouden te bestaan en gaat door als PKN. Hoe het met de Kerk aan het Noordeinde verdergaat is een vraag. We hebben wat verrassende wendingen nodig. Die zijn er overigens volop, al kun je ze niet voorspellen. We moeten ons laten verrassen. Hopelijk doet de lezer dat ook. De Geest waait waarheen hij wil en is geen stilstaand water maar een levende realiteit. Als mensen het haast opgeven worden ze vaak verrast door een nieuwe mogelijkheid. Zo is het leven.
1. Save the date, 1 september afscheid Renske Oldenboom – Hans Breugem, namens het bestuur
1 september 2024 gaat ds. Renske Oldenboom met emeritaat. Er is dan een afscheidsdienst waarin zij zelf voorgaat om 15 u.in de Oude Kerk.
De ochtenddienst vervalt. Nadere informatie volgt in augustus. Lees verder
2. Zomerse lunch op zondag 30 juni: neem je ook wat mee? – Luitgard Verbiest, namens het bestuur
Iedereen neemt wat mee, een goede stemming en er iets om te eten. Het is de laatste zondag voor de vakantieperiode van deze diensten. Per 1 september gaan we verder. Lees verder
3. Koken voor de Jessehof – Mattijs Mooij
Jannie de Jong en Mattijs Mooij hebben een maaltijd verzorgd voor de Jessehof. Wie het ook wilt beleven om te koken voor 30-40 mensen is welkom. Lees verder
4. Het Kerkgebouw aan het Noordeinde – Mattijs de Mooij
Nu het kerkgebouw aan het Noordeinde overgegaan is naar een stichting die het gebouw beheert is Mattijs als lid van deze stichting op zoek naar mensen die daarbij meehelpen. Lees verder
5. Gewasbescherming, feiten en meningen, interview met Anne Cazemir – Otto Kroesen
Waar is iedereen mee bezig? Anne Cazemir werkt voor Syngenta, een bedrijf dat bestrijdingsmiddelen produceert. Daar is discussie over, maar er zijn ook veel misverstanden. Anne Cazemir vertelt hoe zij en haar bedrijf daarin staan. Lees verder
6. Satan: Mythe, Metafoor of …… – Gé de Joode
De bijbel is tegen beelden maar niet tegen verbeelding. De Satan is in de bijbel binnengekomen dankzij de religieuze verbeelding van de Perzen. Gé de Joode legt het uit. Lees verder
7. Contemplatie… – Otto Kroesen
Het boek Openbaringen eindigt met de stad Jeruzalem die – zonder tempel! – Uit de hemel neergedaald. Niemand weet dat het woord con-temp-latie met het woord tempel samenhangt. Otto Kroesen legt het uit. Lees verder
1. Save the date,1 september afscheid Renske Oldenboom
Hans Breugem, namens het bestuur
1 september 2024 gaat ds. Renske Oldenboom met emeritaat. Er is dan een afscheidsdienst waarin zij zelf voorgaat om 15 u.in de Oude Kerk.
De ochtenddienst vervalt. Nadere informatie volgt in augustus.
2. Zomerse lunch op zondag 30 juni: neem je ook wat mee?
Luitgard Verbiest, namens het bestuur
Op zondag 30 juni is de laatste viering van dit seizoen. In de maanden juli en augustus zijn velen van ons op stap en zijn er geen vieringen van kerk aan het Noordeinde. Om met elkaar de zomermaanden in te luiden, is er traditiegetrouw op de Voorstraat een gezamenlijke lunch na de viering. We nodigen iedereen van harte uit voor deze lunch en vragen je om een lekker lunchgerecht mee te nemen dat we met elkaar kunnen delen. Een salade, broodjes, (hartige) taart, of iets anders, we zijn benieuwd naar jouw favoriete gerecht! Het is leuk als we met een groot aantal mensen seizoen 23/24 kunnen afsluiten. Tot dan!
3. Koken voor de Jessehof
Mattijs Mooij
Afgelopen vrijdag 7 juni is er weer door ons gekookt voor de Jessehof, dit keer door Jannie en Mattijs. We zijn helaas vergeten een foto te maken.
Zo’n 2 keer per jaar doen wij dat ook en dan krijg je dus de vraag van welke serviceclub wij zijn. In dit geval dus van Kerk aan het Noordeinde.
We hebben chili met taco’s gemaakt en een toetje verzorgd. Koken voor zo’n 35-40 man is een hele onderneming, maar ging ook dit keer weer goed!
Leuk om een keer te doen en met mensen die daar aanschuiven een praatje te maken. Op naar een volgende keer!
4. Het Kerkgebouw aan het Noordeinde
Mattijs de Mooij
Op 2 juni is er officieel afscheid genomen door de Lutherse gemeente van het kerkgebouw en is men symbolisch en daadwerkelijk in gezamenlijkheid overgestapt naar de Hofkerk.
Dit wil niet zeggen dat er geen Lutherse vieringen meer gehouden worden, maar het vertrekpunt is wel een andere geworden.
Ondertussen is het bestuur bezig om allerlei praktische zaken (qua beheer en administratie) in te richten. Hiervoor zijn we dan ook op zoek naar een aantal mensen uit ons midden om mee te denken en (soms) praktisch te handelen om het gebouw in goede staat te houden. Wie dit leuk vindt en er tijd voor heeft kan zich bij mij melden! Eerst even over doorpraten kan natuurlijk ook. Stuur vooral een mailtje naar: demooij3@xs4all.nl
5. Gewasbescherming, feiten en meningen – interview met Anne Cazemir
Otto Kroesen
Hoe ben je bij je huidige bedrijf Syngenta terecht gekomen?
Ik heb een technische opleiding en toen ik bij DSM op de octrooiafdeling ging werken heb ik de opleiding tot Nederlands en Europees octrooigemachtigde gedaan. Lang heb ik voor DSM gewerkt. Door een reorganisatie moest ik daar weg, en in een toevallig gesprek met iemand van Syngenta kwam dat ter sprake, en kon ik daar aan de slag.
Heb je het daar naar je zin?
Anne: Ja ik heb het goed naar de zin binnen de landbouw sector. Syngenta is erg internationaal gericht en met heel veel verschillende onderzoeken bezig voor het ontwikkelen van zowel chemische als biologische gewasbeschermingsmiddelen. Ik ben werkzaam binnen de biologische gewasbescherming.
Wat is biologische gewasbescherming?
Biologische gewasbescherming is gebaseerd op wat de natuur zelf produceert, met name stoffen die microorganismen produceren. Microorganismen in de bodem moeten zich verweren tegen andere microorganismen. Syngenta voegt daaraan toe een productieproces om de microorganismen op grote schaal te kweken en een proces om ze te testen op planten tegen ziekteverwekkende microorganismen en insecten: hoe ze precies werken, of ze bijverschijnselen hebben voor mensen en dan nog het doorlopen van het gehele registratietraject.
Glyfosaat is dus ook zo’n stof? De Europese Unie heeft dat nu weer voor 10 jaar goedgekeurd
Glyfosaat is een onkuidverdelgingsmiddel dat al meer dan 40 jaar op de markt is. Het mooie ervan is dat het uit elkaar valt en dat je er niks van terugvindt, na de werkzame periode. Zolang het werkt is het natuurlijk wel giftig. En net als bij andere bestrijdingsmiddelen is er altijd het nadeel, dat het schadelijk is voor de biodiversiteit. Hoe minder bestrijdingsmiddelen, hoe beter dus wat betreft biodiversiteit.
Dat is geen reclame!
Wel, je kunt heel romantisch bij de boer en liter melk gaan halen die zonder bestrijdingsmiddelen geproduceerd is, maar met de biologische landbouw bereik je te weinig volume. Je kunt zo niet heel Delft bedienen bijvoorbeeld.
Moeten we dan niet liever naar biologische bestrijdingsmiddelen?
Dat zou zeker heel mooi zijn als we daarmee alle gewassen tegen alle ziektes en plagen kunnen beschermen. Helaas laat de stabiliteit en de activiteit van biologische alternatieven vaak nog te wensen over om chemische gewasbeschermingsmiddelen helemaal te vervangen. Maar een gewas moet meerdere malen per seizoen behandeld worden met gewasbeschermingsmiddelen en als je voor de helft biologische alternatieven kunt inzetten is dat al winst.
Er is sowieso continu druk om nieuwe gewasbeschermingsmiddelen te ontwikkelen omdat er resistentie tegen bestaande pesticiden ontstaat bij de ziekteverwekkende microorganismen en insecten die je wilt bestrijden. Dat is niet anders dan bij ziekmakende bacteriën bij de mens die resistent worden tegen antibiotica. Als mensen willen we graag een medicijn krijgen als we ziek zijn om beter te worden, en we moeten ons bewust zijn dat ook planten behandeld moeten worden tegen ziektes om voldoende opbrengst te behalen. Bovendien zullen er door klimaatverandering nieuwe plantenziektes ontstaan, en door droogte, hitte, kou of te veel regen op het verkeerde moment kunnen gewassen verloren gaan.
Wat is de rol van de politiek hierin?
De politiek moet het kader scheppen waarbinnen de landbouwsector mag opereren. De landbouwsector, en met name de vleesproductie heeft een enorm grote ecologische voetafdruk en bezet enorm veel ruimte. Ik vind dat ook politici naar de feiten moeten blijven kijken en zich niet te veel door beeldvorming en belangengroepen moeten laten beïnvloeden. De recente uitslagen van de Nederlandse en Europese verkiezingen bieden denk ik niet zoveel hoop.
Toch wordt regelgeving ten aanzien van chemische gewasbescherming in Europa steeds strikter.
Behalve resistentie ontwikkeling zullen door klimaatverandering nieuwe plantenziektes ontstaan waardoor bestaande gewasbeschermingsmiddelen niet meer voldoende werkzaam zijn, en door droogte, hitte, kou of te veel regen op het verkeerde moment kunnen gewassen verloren gaan. Akkerbouwers moeten dus voortdurend op zoek naar alternatieve gewasbeschermingsmiddelen om voldoende opbrengst van het land te halen. In 2050 moet zelfs 50% meer opbrengst gerealiseerd worden om de groeiende wereldbevolking te voeden. En dan zijn er nog oorlogen die voedselproductie in gevaar brengen. Hoe we Oekraïne bedienen is een groot probleem en omdat we Rusland niet bedienen kunnen er tekorten op de voedelmarkt ontstaan.
Gaat het een bedrijf als Syngenta dan niet vooral om de winst?
Zonder winst gaat het niet. Het duurt 8 tot 10 jaar voordat een nieuw bestrijdingsmiddel ontwikkeld is. Als er een goed middel gevonden kan er veel omzet van behaald worden met een middel. Die omzet heb je ook nodig om alle projecten die de eindstreep niet hebben gehaald te kunnen financieren. Een bedrijf als Syngenta zit dicht tegen de landbouw aan en die boeren staan met hun laarzen in de klei, dicht bij de natuur. Dat geeft toch een andere sfeer dan bij veel andere bedrijven.
In de beeldvorming is dat niet zo.
In de maatschappelijke discussie omtrent gewasbescherming lijkt het er soms op dat men niet meer weet hoe ons voedsel geproduceerd wordt, en welke uitdagingen daar allemaal bij komen kijken. Extinction Rebellion had de week voorafgaand aan de zeepkistsessie voor de poort van Syngenta gedemonstreerd.
Hoe werd daarop gereageerd?
Louise Fresco zei daarvan: Ieder mens heeft recht op zijn eigen mening, maar niet op zijn eigen feiten. Bovendien heeft ook Syngenta als onderdeel van de landbouwsector duurzaamheidsprincipes.
1. Hoge opbrengst van planten met zo min mogelijk effect. 2. Regeneratief werken, dus de vruchtbaarheid van de grond bevorderen. 3. Inzet voor plattelandsontwikkeling. 4. Verantwoordelijk met elkaar omgaan, menselijk, inclusief, en diversiteit honoreren
Je vindt je inspiratie bij de Kerk aan het Noordeinde – maakt dat een verschil?
Misschien maakt leeftijd nog wel meer verschil: wijsheid. Ik durf mij meer uit te spreken dan vroeger en aandacht voor mensen vind ik belangrijk.
Bij Syngenta ervaar ik ondanks het feit dat ik veel in online vergaderingen zit door de internationale omgeving veel verbinding met de collega’s. Zo ongeveer 60.000 mensen moeten toch met elkaar samenwerken over de hele wereld voor een gemeenschappelijk doel.
Ik beweer wel dat mensen toch altijd een stap harder moeten zetten om processen te laten werken in een groot bedrijf?
Ik vind dat niet zo. Je moet wel je werk goed doen en je inzetten. Maar ik vind dat niet een stap extra, want je wordt daar gewoon voor betaald, het is je werk.
6. Satan: Mythe, Metafoor of ……
Gé de Joode
De Bijbel staat vol met mythen en metaforen. Die dienen we ook als zodanig te interpreteren en dus niet letterlijk te nemen.
Een bespreking van de voorstelling van de satan als de verpersoonlijking van het kwaad kan dan ook niet achterwege blijven.
Deze voorstelling is vreemd aan het Oude Testament. De duivel heeft slechts voor een gering deel zijn wortels in het Oude Testament, en wel in de voorstelling van JHWH’s hemelse hofhouding, waarover zo dadelijk meer.
Ik ‘snuffel’ graag in apocriefe geschriften en daar vind ik elementen die soms in de Bijbel worden afgedaan met een woord of een kort zinnetje. Maar daar zit meer achter!
Daar vinden we dat die ‘hemelse hofhouding’ bestaat uit negen rangen van engelen in die hemelse hierarchien.
Van ‘boven naar beneden’: Engelen, Aartsengelen, Deugdzamen, Krachtigen, Hoofdengelen, Schutspatronen, Troonengelen, Serafijnen en Cherubijnen.
De term ‘engelen’ of ‘boden’ is een verzamelnaam voor het benoemen van diverse aspecten van Gods macht. Men heeft zich in het oude Israël de God JHWH voorgesteld als een oud-Oosterse monarch omringd door ‘de hemelingen’, zijn ‘dienstboden’ of ‘zonen’, min of meer gesubstantieerde uitstralingen (emanaties) van de Geest van God.
Een goed voorbeeld van deze voorstelling vinden we in het verhaal van het hemelse visioen van de profeet Micha ben Jimla (1 Kon. 22:8) en in 1 Kon. 22:19-23, waar sprake is van de ‘hemelingen’ of ‘hemelse machten’, ‘leden van het hemelse hof’, rondom de troon van JHWH, die in diens beraadslaging betrokken worden. Besloten wordt dat één geest Achab zal gaan misleiden door een leugengeest te worden in de mond van zijn profeten.
Een ander voorbeeld van de dienende geesten (Serafijnen) rondom de troon van God vinden we in de eerste twee hoofdstukken van Job (1:6 en 2:1):
Op een dag toen de hemelingen hun opwachting maakten bij de Heer, bevond ook de aanklager zich onder hen.
Het Hebreeuwse woord ‘satan’ dat hier met ‘de aanklager’ wordt vertaald kan een werkwoord betekenen, maar ook een zelfstandig naamwoord.
Echter in het hele Oude Testament heeft het zelfstandig naamwoord ‘satan’ nog niet de betekenis die het in latere tijd heeft gekregen, ter aanduiding van ‘de satan’, Satan’ of ‘de duivel’.
Het werkwoord ‘satan’ betekent ‘aanklagen’ of ‘tegenstaan/belagen’ en het zelfstandig naamwoord ‘satan’ duidt een ‘aanklager’, ‘tegenstander’ of ‘belager’ aan.
De betekenis ‘aanklager’ of ‘tegenstander’ is ook van toepassing op één van de leden van ‘het hemelse hof’ rondom JHWH. Deze engel fungeert primair als de aanklager in het hemelse gerechtshof, een soort ‘officier van justitie’ of ‘openbare aanklager’, maar kan ook naar de aarde worden gestuurd met een speciale opdracht.
Lees bijvoorbeeld 2 Samuël 24:1. De schrijver van Kronieken, die zijn eigen visie geeft van het verhaal in 2 Samuël 24, vond kennelijk dat men God zelf niet een dergelijke rol kan toebedelen. Daarom schrijft hij het aanzetten tot het kwaad aan iemand anders toe: aan een satan, ‘een tegenstander’.
Wie de vermeende tegenstander was wordt niet gezegd. Dat is ook niet belangrijk, want het ging hem erom God te ontlasten van enig aandeel in het aanzetten tot het kwaad.
De eigennaam Satan komt in het Oude Testament helemaal niet voor. Dit geheel in overeenstemming met de godsdiensthistorische feiten, want de figuur van Satan als zelfstandig opererende ‘persoon’, voorgesteld als de verleider en de aanstichter tot het kwaad is een produkt van het latere jodendom, dat kritiekloos door het vroege christendom is overgenomen.
De bakermat van de duivel ligt eigenlijk in de Perzische godsdienst, in de idee van een kwade macht die de tegenspeler is van de (goede) godheid.
Deze tegenspeler kon gemakkelijk geassocieerd worden met de figuur van de ‘aanklager’ in de Israëlische godsdienst.
Deze voorstelling is een grote rol gaan spelen, met name ook in het Nieuwe Testament.
Daar wordt de aanstichter tot het kwaad, de verleider aangeduid met diverse benamingen waarvan ‘satan’, ‘de satan’ en ‘de duivel’ de bekendste zijn.
Er waren ook andere aanduidingen in het jodendom van die tijd in omloop, zoals Asmodeus, Sjimadon, Mastema, Belial, Beliar en Beëlzebul.
Het zal duidelijk zijn dat de verpersoonlijking van het kwaad zeer bedenkelijke kanten heeft. Het gevaar bestaat namelijk dat men het ‘bestaan’ van de duivel aangrijpt om de verantwoordelijkheid en schuld van de mens op hem af te schuiven, als zou het kwaad geen mensenwerk zijn maar het werk van de duivel.
Het kwaad in de wereld wordt niet veroorzaakt door de satan, duivels of demonen, maar door mensen die voor het kwade kiezen, door mensen die individueel of collectief kwaad bedenken, organiseren en ten uitvoer brengen. Het kwaad is en blijft mensenwerk.
Want een ander gevaar is dat ze een deur kan openen naar een werkelijk geloof in de duivel en zijn trawanten, boze geesten en demonen, en in allerlei occulte praktijken.
Kortom het geloof dat de hele wereld in de greep van de duivel verkeerd.
Let wel: Het bovenstaande bevat en zijn mythologische voorstelingen en metaforen.
Metaforen goed verstaan betekent ze als metafoor verstaan. Mythologische voorstellingen mogen we niet met de werkelijkheid identificeren. Ze verwijzen er alleen naar.
Het kwaad wordt niet veroorzaakt door de duivel, maar door mensen. Ziektes worden niet veroorzaakt door duivels of demonen, maar onder andere door bacteriën en virussen. Overspannenheid, depressies en geestesziektes zijn niet te wijten aan bezetenheid door de duivel of door boze geesten, maar vinden hun oorzaak in psychische stoornissen. Ziektes van de geest worden niet genezen door exorcisme, de ‘uitdrijving’ van duivels en demonen uit mensen, maar door medische psychotherapie.
Het staat natuurlijk een ieder vrij zijn/haar religieuze ervaringen met behulp van zulke mythologische voorstellingen te duiden. Het geloof in engelen kan geen kwaad en is niet gevaarlijk. Het geloof in de satan, duivels en boze geesten is dat wel.
De zogenaaamde ‘doorgevingen van de apostel Paulus’, die de jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw opgeld deden is regelrechte dodenraadpleging en daarom, evenals andere spiritistische praktijken moeten die ten sterkste worden veroordeeld. Dit geldt ook voor de klinklare nonsens rond het geloof in astrologie en het horoscoop trekken.
Tot slot een opmerking over de relatie tussen de voorstelling van de duivel als de verleider en de voorstelling van de slang in het Tuinverhaal.
Zoals eerder opgemerkt komt de mythologische figuur van de satan of de duivel niet voor in Genesis 3, omdat het daar gaat om een sluw dier dat in het leerverhaal de rol speelt van verleider en aanstichter tot het kwaad. Het is pas in veel latere tijd dat deze slang werd geïdentificeerd met de duivel.
U kunt daar meer over lezen in het deuterocanonnieke “Wijsheid van Salomo”, in de pseudepigrafische literatuur en in rabbijnse geschriften.
7. Doorkijkje
Otto Kroesen
“Maar een tempel zag ik niet in de stad, want God, de Heer, de Almachtige is haar tempel, met het lam.” – Openbaringen 21: 22
Wat is eigenlijk een tempel? Er is samenhang met het woord contemplatie. Een tempel is een hoger gelegen punt waar vanuit je overzicht hebt over een heel gebied. Een tempel is altijd georiënteerd in de ruimte, rechthoekig of vierkant.
Je kunt dus in vier richtingen kijken en je ziet dan het gebied dat beheerst wordt door de Gebieder, de koning die vanuit dat centrum namens de goden regeert.
In het boek Openbaringen ziet Johannes het nieuwe Jeruzalem als een vierkant van edelsteen uit de hemel neerdalen. Uit de hemel: dus die stad is natuurlijk van edelsteen gemaakt, want de hemel werd toen gezien als van edelsteen gemaakt (de sterren: edelstenen!).
De aarde was van stof, niet van edelstenen. Maar wij snappen inmiddels dat de aarde gemaakt is van sterrenstof en dat edelstenen net zo eeuwig zijn of net zo weinig eeuwig als gewone stof.
Oftewel, de aarde is gemaakt van stof waarvan vroeger gedacht werd dat alleen de hemel daarvan gemaakt was. Maar ook met gewoon stof zitten we al tussen de sterren.
In onze tijd is er ook niet een centraal machtscentrum dat het geheel nog kan overzien. Al die heersers met almachtsdromen hebben maar een klein stukje van de aarde in bezit, ook als ze zichzelf heel groot voelen. Ze weten nog niet hoe klein ze zijn.
Een tempel? Niet nodig.
Nieuwe kansen voor het Lam?