Dienblad Nr. 1

Dienblad Nr. 1 Nov. 22

De Berichten van vroeger heten nu Dienblad

De redactie kan u op dit dienblad dankzij de medewerking van velen een rijk boeket voorzetten. De inhoud bestaat uit het volgende:

1. Dienblad: een nieuwe naam, een nieuw geluid? – Otto Kroesen legt het uit.

2. Kerstviering voor en door kinderen in 2022 – Annemarie en Matthijs nodigen de kinderen uit.

3. Advent 2022: De (betovergroot)moeders van Jezus uit zijn stamboom in Matteus 1 – Renske Oldenboom vraagt aandacht voor de vrouwelijke lijn.

4. Huiskamergesprekken – De Volgende Stap – Otto Kroesen wijst op het onderwerp en een rooster.

5. Steun de Kinderboerderij Tanthof! – Tineke Ruijgh vertelt waarom en hoe.

6. Karel Kramer, dichter: een dichtbundel is publiekelijk aangeboden en Ton Meijknecht was er bij.

7. Toelaten is het nieuwe loslaten – Mechteld van Doorninck over aanraken.

8. Confessie – Ton Meijknecht blikt terug maar daarom ook vooruit.

Het Dienblad gaat eens per maand uitkomen. Korte berichten kunnen tussentijds ook verschijnen. Maar eens per maand maken wij, de redactie,  er werk van.

Het volgende nummer verschijnt op 18 januari en de deadline voor het inleveren van bijdragen is 6 januari.

1. Dienblad: een nieuwe naam, een nieuw geluid?

Otto Kroesen

Vroeger stond de kerk in het midden van het dorp. De kerk had naar alle kanten uitstraling. Nu staat de kerk aan het Noordeinde, de onze in ieder geval en dat heeft iets symbolisch. Daar houdt zo ongeveer de wereld op. Je zou er zo aan voorbij lopen. Vroeger was de kerk magistraal, nu is zij marginaal.

Op de voorgrond en in het centrum vind je de bedrijvigheid van de maatschappij. Die neemt veel tijd in beslag. Werk en huis en vrije tijd – voor veel mensen drie keer druk. In het maatschappelijk leven wordt de wereld van de toekomst gemaakt. Daar vallen de beslissingen…

… althans dat denken we.

In kerkdiensten volgen we een liturgie. Liturgie betekent dienst. Liederen, lezingen en gebeden werpen vanuit de marge een bepaald licht op het leven. Het leven zelf wordt nu verstaan als dienst. Dat is niet gebruikelijk.

De machteloze woorden van de liturgie hebben toch werking. Dat verklaart de naam Dienblad. Op een dienblad wordt van alles aangeboden. Het “blad” is hier natuurlijk dubbelzinnig. Het Dienblad is dus een liturgisch blad: het wil dienstbaar zijn aan de kwaliteit van samenleven.

Er is een redactie, nu bestaande uit Ton Meijknecht, Mechteld van Doorninck en Otto Kroesen, en die nodigt iedereen uit een bijdrage te leveren. We gaan een keer per maand wat groter uitpakken en voor de rest is het Dienblad een doorgeefluik van mededelingen.

De volgende maandelijkse verschijningsdatum is 18 januari. Uiterlijk 6 januari dienen berichten en artikelen bij de redactie te worden ingeleverd.

2. Kerstviering voor en door kinderen in 2022

De Kerk aan het Noordeinde staat erom bekend dat er elk jaar met kerst een uitgebreid kerstspel is op de eerste kerstdag. Aanvangstijd: 11:15 uur. Het kerstspel wordt helemaal door de kinderen uitgevoerd. Het brengt het kerstverhaal altijd in verband met de actualiteit van onze samenleving.

Hieronder het bericht voor de deelnemers van Mattijs en Annemarie:

“Dit jaar hopen wij weer een echt kerstspel te doen op Eerste Kerstdag: een viering voor en door kinderen.

Mooi dat het weer kan na twee maal afwezigheid door corona.

De start is op 27 november. Op 4 december is er een gewone kindernevendienst en 11 december (met traditioneel pannenkoeken eten) en vervolgens 18 gaan we weer verder met de voorbereiding voor kerst.
Als een vriendje of vriendinnetje mee wil doen, dan kan dat natuurlijk ook! We hopen jullie 27 november te zien! Als je de 27e niet kunt maar wel mee wilt doen, laat het dan even weten aan Mattijs of Annemarie.
Groetjes,

Mattijs en Annemarie”

 

3. Advent 2022: De (betovergroot)moeders van Jezus uit zijn stamboom in Matteus 1

Renske Oldenboom

Batseba (advent 1, 27 november)
Ruth (advent 2, 4 december)
Rachab (advent 3, 11 december)
Tamar (advent 4, 18 december)

Bijzondere en boeiende vrouwen van toen – inspiratiebronnen voor ons, mensen van nu. Op de vier adventszondagen van 2022 staan de voormoeders van Jezus centraal in onze oecumenische vieringen.
Vrouwen die opvallen omdat ze (meestal met naam) genoemd worden en een prominente plaats innemen in de verder mannelijk georiënteerde stamboom waarmee het evangelie van Mattheu?s opent.
Wie aan genealogie doet, kan instemmend knikken: prachtige stamboom. Beroemde voorouders! Dat willen we allemaal wel.

Jezus wordt de adventsperiode nadrukkelijk in de lijn van Israel gezet.
Ook in de adventsliederen, trouwens, klinkt de ‘stam van Jesse’ telkens mee.
Het hele Oude Testament doet mee: ‘Abraham verwekte Isaak, Isaak verwekte Jakob, Jakob verwekte Juda en zijn broers, Juda verwekte Peres en Zerach bij Tamar….
…..Salmon verwekte Boaz bij Rachab, Boaz verwekte Obed bij Ruth, Obed verwekte Isaï, Isaï verwekte David, de koning. David verwekte Salomo bij de vrouw van Uria’ Het gaat verder met een aantal bekende namen.
Terloops wordt nog de ballingschap genoemd als belangrijk markeringspunt en het eindigt met ‘Jakob verwekte Jozef, de man van Maria.
Bij haar werd Jezus verwekt, die Christus genoemd wordt.’
Conclusie: ‘van Abraham tot David telt de lijst dus veertien generaties, van David tot aan de Babylonische ballingschap veertien generaties, en vanaf de Babylonische ballingschap tot Christus veertien generaties.’ Een hoogst gestyleerde tekst, die er geen misverstand over laat bestaan: Jezus is de nieuwe Koning van Israel.

Het zijn 4 fantastische vrouwen in die systematisch opgezette stamboom van Matteus.
Drie vrouwen hebben een naam: Rachab, Ruth en Tamar. Een vrouw, de eerste in de reeks dit jaar, heeft hier geen naam. Iedereen weet dat zij Batseba heet, ook Matteus vast wel, maar hij wil zeggen dat Jezus niet alleen koningen en leiders (David, Abraham) als voorouders heeft, maar ook buitenlandse vrouwen (alle vier).
En dat zijn: dappere vrouwen (Rachab), vrouwen die onrecht werd aangedaan -en hoe naamloos zijn zij niet nog steeds! (Bathseba) – en mensen die langs het randje gaan om recht en toekomst te verkrijgen/af te dwingen (Tamar, Ruth).
Wat Matteus ook zegt: het volk van God (populus Sion) heeft een echte zeredder nodig: Jezus, God redt.
Deze 4 (5, als je Maria meetelt met haar ‘buitenechts kind’) vrouwen zorgen voor recht en toekomst en leven en licht in soms duistere tijden. En dat is wat we nodig hebben. Zing het lied van de voormoeders!

Het lied van de voormoeders (H.J.Bosman)

1. Tamar
Kansloos, verstoten, uitgerangeerd.
Mijn gewaagde plan gaat bijna verkeerd.
Maar wie me hoer noemt, weet wat je zegt:
Hier binnen in mij groeit waarheid en recht. (2x)

2. Rachab
Wet van de wallen, knopen geteld:
Beter uitgekotst dan prooi van geweld.
Vijand? Familie? Maakt het verschil?
Hier binnen in mij groeit levende wil. (2x)

3. Ruth
Altijd een vreemde, nergens echt thuis.
Vriendschap werd mijn land, en trouw wordt mijn huis.
Alles op alles, gok in de nacht.
Hier binnen in mij groeit toekomst die wacht. (2x)

4. Batseba
Machteloos, willoos. Wat kon ik doen?
Roof, bedrog en moord, met mij als pion.
Toch heeft een koning niet alle macht:
Hier binnen in mij groeit wijsheid en kracht. (2x)

5. Maria
Ongehuwd zwanger, schande en smaad.
Toekomst op de schop en aanzien op straat.
Blijde verwachting, stralend gezicht:
Hier binnen in mij groeit leven en licht. (2x)

 

4. Huiskamergesprekken – De Volgende Stap

Otto Kroesen

Er is eerder over gesproken op een zondagmorgen in juni op een “gemeente-ochtend”. Met huiskamergesprekken geven we aandacht aan verbinding onderling. We delen stukken leven en betrokkenheid op de samenleving. Dat doen we door in groepen van 5-7 mensen op een avond bij elkaar te komen. We betrekken daar iedereen bij die meedoet of zich op een of andere manier verbonden voelt met de Kerk aan het Noordeinde. Als je elkaar kent kun je makkelijker op allerlei manieren een beroep op elkaar doen ook.

Thema

Inmiddels hebben de gespreksleiders die dit initiatief dragen een thema afgesproken. Elke generatie staat voor een eigen opdracht. Verschillende generaties zijn vertegenwoordigd in de Kerk aan het Noordeinde. Jong, oud, oudst – ieder staat voor een verschillende taak en opdracht. Bijvoorbeeld: wie jonger is wil laten zien wat die kan; wie volwassen is wil laten zien dat die iets toe te voegen heeft, want alles kan beter. Wie oud wordt (oudst) laat los en draagt over.

De Volgende Stap

Het thema voor de huiskamergesprekken wordt daarom: De Volgende Stap. Hoe ziet de volgende stap eruit? Dat is voor ieder van ons sowieso verschillend, maar verschillende generaties staan daar ook verschillend in. We delen ervaringen en inzichten.

Organisatie

In de komende tijd zal een rooster rondgaan waarop een serie avonden vermeld staat. Ieder kan een avond kiezen die hem of haar past. Een enkele groep komt overdag bij elkaar. Houd er alvast rekening mee dat die bijeenkomsten zullen plaatsvinden in februari 2023. Het staat dan tijdig in ieders agenda. We hopen en roepen ertoe op dat iedereen een bijeenkomst kiest.

Data

Woensdagavond 1 februari
Donderdagavond 2 februari
Maandagavond 6 februari
Dinsdagavond 7 februari
Maandagavond 13 februari
Donderdagmiddag 16 februari
Maandagavond 20 februari
Donderdagavond 23 februari

Je kunt je alvast opgeven voor één van deze bijeenkomsten door een mail te sturen naar Otto Kroesen

 

 

5. Steun de Kinderboerderij Tanthof!  Koop kaarten van de schilderclub van Kees Kruijff!

Tineke Ruijgh

De Rotary Club Delft spant zich in om de Kinderboerderij Tanthof te ondersteunen bij de aankoop van zonnepanelen.

De kaarten zijn geïllustreerd met 7 verschillende, kleurige stillevens. Deze zijn geschilderd door medecursisten van Kees Kruijff op de VAK in de stijl van Jean Yves Fromange, een Franse kunstschilder.

Je bestelt de kaarten via een webshop op www.rotarydelft.nl.  Zeven kaarten en enveloppen voor vijftien euro. We bezorgen die thuis (per fiets!).

Alie Ekkelkamp, Tineke Ruijgh organiseren de actie.  Waarom?
Omdat de Kinderboerderij een groene oase is in de Tanthof. Het is een belangrijke ontmoetingsplaats voor veel mensen, jong en oud.  De Kinderboerderij is een reden om naar buiten te gaan en een locatie waar je iets leuks kunt gaan doen zonder dat het iets kost.  De toegang nog steeds gratis.  Het bestuur en de 50 vrijwilligers zorgen daarvoor.

De Kinderboerderij is zelf verantwoordelijk voor alle kosten die gemaakt worden. Dat betekent dat er snel een oplossing moet komen voor de sterk gestegen energiekosten.  En dat kan als ze zonnepanelen kunnen kopen en op de schuur installeren.

Laten we ze daar mee helpen: de kinderboerderij verdient een energierijke toekomst!

 

6. Karel Kramer, dichter

Ton Meijknecht

Op de foto zie je Karel Kramer zitten op de trap van het verhoog, in de synagoge aan de Koornmarkt. Karel draagt zijn eigen gedichten voor. Hij nodigt ook andere dichters uit hun gedichten voor te dragen. Het is zaterdag 29 oktober en we maken de presentatie mee van de gedichtenbundel ‘Delft – Zwarte Inkt. Acht Delftse dichters over Delft. Ze zijn dood, levend of spoorloos’.

Hier is een van Karels gedichten.

 

oom en tante

een nieuwe plaat luisteren
tenslotte had ik daarvoor
een paar weken kranten gelopen
het was koud
maar onweerstaanbaar
jij, heeroom, zat achter
bij mijn ouders
in de warmte

je was over van je missiewerk
in Afrika
maar op een gegeven moment
kwam je bij mij zitten
samen luisterden we
naar Toscanini’s uitvoering
van Brahms’ derde symfonie

zo was je
zo deed je dat

en soms
deed ik met jou mee
als je in Amsterdam
de mis opdroeg
in onze parochiekerk

mijn tante, zuster Anselma, was net zo
ze gaf les en bestierde de school
en voor iedereen had ze belangstelling

leuk dat ik nu een kerk gevonden heb
de kerk aan het Noordeinde
met een vleugel en een gerestaureerd orgel
waar ik jullie gebeden kan opzeggen

gij die ons zoekt en vindt
als wij verdwalen

 

7. Toelaten is het nieuwe loslaten [of de kracht van aanraking]

Mechteld van Doorninck

Onlangs kreeg ik het boek Zoenen en zegenen van dominee Rob van Essen, hier welbekend, in handen. Hij pleit hierin onder andere voor een meer ‘handtastelijke’ vorm van geloven en kerk-zijn, van pastoraat, van nabijheid, van helende aanraking. Niet voor niets citeert hij Johannes: Het Woord is Vlees geworden. De boodschap is niet alleen hoorbaar, maar tastbaar aanwezig, te voelen met hoofd, hart en handen. Als masseur kan ik me hierbij natuurlijk alleen maar aansluiten

Aanraking kan op vele manieren. De huid, tastzin, is niet voor niets het grootste orgaan van het menselijk lichaam. En dat de mens behoefte heeft aan aandacht en aanraking is zeker in coronatijd wel duidelijk geworden. Aanraking stimuleert de aanmaak van oxytocine, het knuffelhormoon.
Massage is ook aanraking, en is behalve een heerlijke ontspanning ook heel goed voor je. Het zet namelijk het zogenoemde vegetatieve zenuwstelsel in werking, stimuleert de doorbloeding en bevordert de afvoer van allerlei opgehoopte afvalstoffen.
En ontspanning is, zo lijkt het steeds vaker in de hectiek en gekte van deze maatschappij met al haar uitdagingen, voor veel mensen lastig.

Een docent van mij verwoordde het als volgt: Toelaten is het nieuwe loslaten. Maar loslaten is moeilijk. Want als je daadwerkelijk loslaat, ontstaat er ruimte. En in die ruimte kan van alles gebeuren, alles mag er zijn. En dat is soms ook beangstigend. Daarom liggen pastoraat en massagepraktijk eigenlijk goed beschouwd heel dicht naast elkaar. Je hebt te maken met mensen die op hun meest kwetsbaar zijn, zich letterlijk blootgeven en door ‘vreemde’ handen liefdevol worden aangeraakt.

Als masseur vind ik de tegenstelling tussen behoefte en toegeven aan die kwetsbaarheid een enorm interessant gegeven. Als ik in wat behoudender Christelijke kringen vertel dat ik masseur ben en graag naar de sauna ga, is heel vaak het antwoord: maar ga je dan ook echt bloot? En in een gemengd publiek? Ja, dat doe ik. Maar voor mij is het een bijna meditatieve ervaring. Mijn huid voelt allerlei prikkels, temperatuurverschillen, droogte en vocht, mijn ademhaling past zich aan aan de omgeving, ik concentreer me op mijn beleving. Ik neem mijn omgeving en de andere naakte mensen waar, maar het registreert niet. Ik ben namelijk niet met hen bezig.

In mijn volgende stukje wil ik dieper ingaan op het verlies van lichamelijkheid in de kerk, en waarom ik het zo fantastisch vind in het klooster van Chevetogne. Ik beloof u, dat heeft zeker met elkaar te maken.

 

8. Confessie

Ton Meijknecht (oktober 22)

Wat wilde ik eigenlijk toen ik lang geleden besloot om gevolg te geven aan een gevoel dat ik geroepen was om priester te worden? Dat is een vraag die me vreselijk bezighoudt. Lang heb ik met die vraag geen raad geweten. Het was een duister gebied en ik kwam niet verder dan voor mezelf en voor anderen te herhalen dat ik het wilde. Dat is een onbevredigend antwoord, en dat is me ook vaak verweten. Dat je iets wilt, zelfs heel graag wilt, is niet genoeg om het ook te gaan doen. Waarom je het wilt, dat hoort erbij, als een kledingstuk om een naakt mens.

Laat ik beginnen met het uitwendig verhaal. Ergens in 1967, ik weet de datum niet meer, schrok ik midden in de nacht wakker met een gevoel van grote angst. In mijn pikzwarte kamer zag ik een vurige staaf fel oplichten boven mijn voeteneinde. Ik schoot overeind. Het was me meteen duidelijk. Dit gaat mijn leven een beslissende wending geven en de vrije beschikking over mijn eigen toekomst belemmeren. Ik zal, ik moet priester worden. Dat was zeker.
Die zekerheid heeft me nooit meer verlaten. Ik heb geprobeerd om het te vergeten, maar bewust iets vergeten wil niet lukken. Ik kon er niet over praten. Lang heb ik alleen maar gezwegen. En als ik dan toch iets vertelde, aan mijn moeder of mijn vader, was hun reactie ook niet bemoedigend. Wat wil je nou eigenlijk, daar kwam het op neer. En werd ik weer op mezelf teruggeworpen, op mijn eigen onvermogen om mezelf te begrijpen.
Ik meldde me aan bij de toen net opgerichte theologische hogeschool in Amsterdam. Aan deze opleiding waren vanwege het bisdom twee priesters verbonden voor de zorg onder kandidaten over het priesterschap. Ze nodigden me uit voor gesprek, eerst met de ene een paar keer, en later met de ander een enkele keer. Achteraf begreep ik dat zij er niets van begrepen. Ze adviseerden me om met een psycholoog te gaan praten. Haar rapport heb ik bewaard. Daarin staat kort het goed dat ik me niet bewust was van mijn eigen drijfveren. En dat ik daarom ongeschikt was voor het ambt.
Daarna heb ik van deze twee niets meer gehoord. Verborgen achter hun rol van geestelijk begeleider waren ze kennelijk vooral beoordeelaars. Ze hebben me niet op weg geholpen. Koppig als ik ben, ben ik doorgegaan. Ik heb mijn studie voltooid, heb gesolliciteerd naar de functie van studentenpastor in Delft en ben ook in die functie benoemd. Dat was 1975.
En eigenlijk bleef ik met de vraag zitten. Waarom doe ik dit werk? Het ging me in het begin niet goed af. Dat lag gedeeltelijk aan de langzame maar zekere verschrompeling van het traditionele studentenpastoraat en de onzekerheid over de toekomst van dat soort werk. Maar minstens even zeer lag het aan mijn eigen onvermogen.
Dat ik dat heb uitgehouden is iets waarover ik me nog steeds verbaas. Dat ligt zeker niet aan mezelf. Al ben ik eigenwijs, ik zou het alleen toch nooit hebben volgehouden. Ik was intussen getrouwd en we hadden twee dochters gekregen. Deze drie, de drie vrouwen in mijn leven, hebben me door deze moeilijke jaren heen geholpen. Zonder in de details van onze intieme band te treden, weet ik dat hun loyaliteit mij heeft gered. Ze stelden mijn droom gewoon nooit ter discussie. Ze gunden mij mijn humeuren als het weer eens goed mis was gegaan en ik uitgeput thuiskwam.
Ik kreeg later ook collega’s die bereid waren om het risico aan te gaan en nieuwe vormen uit te proberen. Allerlei experimenten ondernamen we. Dat was vanaf 1989. Het gaf me soms vlagen van begrip. Op sommige momenten meende ik iets te begrijpen van mijn roeping en overviel me een diep gevoel van geluk. Ergens was er kennelijk toch een verklaring voor mijn eigenzinnige en onbegrijpelijke weg, hoe ver verwijderd, hoe moeilijk toegankelijk ook.
Dit gevoel van begrijpen drong pas goed tot me door in de jaren 2010. We kregen toen opdrachten. Eerst van de directeur van een hogeschool. En later ook van het bestuur van de TU. En gek genoeg, zij wisten niet precies wat we deden. Ze konden het alleen maar bij benadering omschrijven. Een zei dat wij ‘de goede gesprekken’ voerden. Dat was voor hem voldoende reden om ons de opdracht te geven om zijn studenten te begeleiden. Een ander vond ons vreemd, maar zag dat we kennelijk het vertrouwen van de doelgroep wisten te winnen. En dat was hem genoeg. Ze hadden geen behoefte aan oordelen. Ze vertrouwden ons omdat wij vertrouwd werden. Wij wisten iets te bieden waar zij behoefte aan hadden en waar zij zelf niet over beschikten. Daar kwam het kort en goed op neer.
Het gevoel van geluk, het gevoel dat alles klopt, dat eerst sporadisch opkwam en weer verdween, heeft me vanaf toen niet meer verlaten. Ik begon te begrijpen dat de onhelderheid van mijn drijfveren voortkwam uit mijn onvermogen om vertrouwen te geven, gekoppeld aan een onvermogen van anderen om mij hun vertrouwen te schenken. Vreemde kluwen! Lang heb ik die niet kunnen ontwarren. En nu, bijna tachtig jaar oud en meer dan vijftig jaar na die ene angstige nacht dat het mij begon te dagen, weet ik wat me bezielt. Tot op zekere hoogte.